Nieuwsgierig rondkijkend loopt miMakker Mik over de afdeling. Er komt een mevrouw haar richting uit. Ze duwt een grote kar voor zich uit met allemaal poetsspullen. Doekjes, emmers, zwabbers, er is van alles op te vinden. De kar heeft mooie kleuren en hij piept een beetje. Mik vindt het reuze interessant, ze wil een kijkje nemen. De mevrouw achter de kar loopt langzaam voorbij: “Ha Kim”, roept ze. Mik schrikt van haar harde stem. Kim.... Kim.... ‘Wie is Kim?’, vraagt Mik terwijl ze zoekend rondkijkt over de gang. “Och ja”, zegt de mevrouw, “Je weet wel wat ik bedoel.”
Voordat ik, Kim, als miMakker Mik op zo’n ochtend over de afdeling loop, is er al van alles gebeurd. Eerst kleed ik mij om. Eerder deed ik dat in een voorraadhok. Maar als ik daar moest bukken om mijn maillot aan te doen, zat ik met mijn billen in de kerstboom die daar opgeslagen staat. Nu ben ik bevorderd naar de badkamer, daar is iets meer ruimte. Wanneer ik er binnenkom gaat de deur op slot. Ik heb mijn telefoon bij me; niet om er mee te bellen, maar om een rustgevend muziekje aan te zetten. Er klinkt het geluid van kabbelende beekjes en vogeltjes die fluiten. Terwijl ik luister naar die klanken, maak ik mijn tas open en hang de kleren van Mik uit over het rek. Daarna doe ik wat rek- en strek oefeningen en haal heel diep adem. Ik ben op dat moment alleen met mijzelf bezig. En wanneer ik mijn miMakker-kostuum aantrek, voel ik Kim langzaam naar de achtergrond glijden, wordt mijn hoofd leger en komt Mik tevoorschijn.
Nu klinkt dat best gemakkelijk, ‘jezelf leegmaken’ en de dagelijkse beslommeringen achter je laten. Maar dat is het natuurlijk niet altijd. Zo was het vandaag flink hommeles thuis voordat de kinderen allebei naar school waren. Mijn emoties vlogen alle kanten op. Maar ik probeerde het weg te drukken, want ik moest gaan werken. Eenmaal in Thorn dacht ik mezelf redelijk onder controle te hebben. Eerst maar een kop koffie en dan omkleden. “Ik kan dit”, zei ik stoer tegen mezelf. Maar op de gang vragen twee collega’s of ik zo dadelijk bij de bewoners in hun woonkamer kom. En voordat ik het weet, sta ik te huilen. Ze schrikken er van. Ik word getroost, moet uiteindelijk zelfs een beetje lachen door mijn tranen heen. Maar voel ook dat het vandaag een dag is om even aan mijzelf te denken voordat ik iets voor de bewoners kan betekenen. Na een kop koffie en een momentje voor mezelf, ga ik met nog brandende ogen naar mevrouw Fransen. Ik ga op mij hurken zitten en kijk naar haar. Ik zeg niks, maar wacht af. Ze draait haar hoofd naar mij en vangt mijn blik. “Ooo”, zegt ze en ze pakt mijn gezicht met twee handen vast. Spontaan begint ze voor mij te zingen. Ik ontvang het en voel heel bewust dat deze mevrouw vandaag iets heel belangrijks voor mij doet, in plaats van andersom. Ze voelt mij precies aan. En ze stemt moeiteloos af op mijn emotie. Ze blijft mij aankijken, aait troostend over mijn arm en zingt. We zijn uiteindelijk samen naar buiten gegaan. Terwijl we langs de beek lopen merk ik dat mijn humeur beter wordt. Ik voel dat ik blij word van het zingen van mevrouw, het lieve vastpakken, maar ook de zon die vandaag eindelijk schijnt en alle bomen die in bloei staan. Ik merk dat mijn hoofd een beetje leeg wordt.
Dank u wel mevrouw Fransen voor de les. Vandaag was u mijn miMakker.
Kim Stollman